Zou het kunnen dat de christenen die 1700 jaar geleden in Nicea bijeenkwamen, een begrip van het christelijk geloof hebben gevoed dat vandaag opnieuw weerklank zou kunnen vinden? Zou een herbevestiging van het christendom als een scheppingswaarderend, levensbevestigend en sociaal radicaal geloof weer goed aansluiten bij de zorgen van vandaag? Volgens dr. Susan Durber kunnen we deze vragen positief beantwoorden. De geloofsbelijdenis van Nicea is daarmee een inspirerend, inclusief en radicaal programma voor de hedendaagse kerk. Durbers woorden vormden het hart van een geanimeerde editie van de jaarlijkse Oecumenelezing, 16 mei in de Geertekerk in Utrecht.
Na een openingswoord van voorzitter Geert van Dartel begon de bijeenkomst met het staande zingen van de Geloofsbelijdenis van Nicea op muziek van Willem Blonk. Hierna nam dr. Susan Durber het woord – voor iedereen goed te volgen in het Engels of meelezend in de Nederlandse vertaling. Durber is president vanuit de regio Europa van de Wereldraad van Kerken en predikant in de United Reformed Church in Groot-Brittannië. Zij was onder meer theologisch adviseur van Christian Aid en lid van de theologische studiegroep van de Pelgrimage voor Gerechtigheid en Vrede. Bij de voorbereidingen door de Wereldraad van de viering van 1700 jaar Nicea was zij vanaf het begin betrokken.
Nicea als bron van vernieuwing
Haar ervaring bij de Wereldraad heeft haar geholpen om het Concilie van Nicea en de geloofsbelijdenis te gaan waarderen. Dertig jaar geleden zou ze deze verjaardag geen viering waard hebben gevonden, begon ze haar lezing. Maar, zegt Durber: “Ik heb mensen leren kennen met heel andere achtergronden en perspectieven dan die van mijzelf en ik heb werelden leren kennen die ik me nooit had kunnen voorstellen. En ik heb sindsdien ook ontdekt dat het Concilie van Nicea niet helemaal was wat ik ooit dacht. Ik geloof nu dat de geloofsbelijdenis diep ondermijnend is voor het imperialisme dat ik vandaag de dag nog steeds, misschien zelfs meer, wil bestrijden. Ik ben gaan geloven dat de christologie van Nicea in feite radicaal ondermijnend is voor het onderdrukkende patriarchaat waar ik al mijn hele leven tegen vecht”
De geloofsbelijdenis van Nicea (325 n.Chr.) ontstond uit een diepgaande zoektocht naar wie Jezus is en hoe hij zich verhoudt tot God. In een tijd van religieus pluralisme en keizerverering was het revolutionair om te stellen dat Jezus niet een halfgod of geschapen wezen was, maar “van hetzelfde wezen” als God: ware God uit ware God. Dit betekende dat er slechts één God is, bron van alles, en dat in Jezus het wezen van deze ene God zichtbaar werd — niet als heerser, maar als dienaar.
De belijdenis stelt dat Jezus voor onze verlossing mens werd, wat niet draait om zijn dood, maar om zijn geboorte en incarnatie. Dit vormt een theologie van het leven, die aansluit bij feministische en inclusieve visies: Jezus werd mens voor alle mensen, ongeacht geslacht of status. Zelfs de vadertaal wordt hier herinterpreteerd als bron van leven, niet als patriarchaal machtsmodel. Nicea biedt zo een geloof dat het lichaam, geboorte en gelijkheid waardeert. Het is radicaal in zijn eenvoud en kracht. In onze tijd, waarin zingeving vaak ontbreekt en religie wordt geassocieerd met conservatisme, kan deze belijdenis opnieuw relevant zijn als fundament voor een vernieuwde, inclusieve en levensbevestigende theologie.



Ondermijnend en verbindend
De jonge theologen drs. Heleen Bressers (Rooms-Katholieke kerk), dr. Carola Dahmen (Protestantse Kerk) en drs. Peter Mikhail (Koptisch-Orthodoxe Kerk) gingen met Durber in gesprek over haar lezing. Daarbij kwam ter sprake dat het beeld dat wij nu hebben van de christelijke kerk ten tijde van Nicea bijstelling nodig heeft. Vrouwen speelden er een veel grotere rol dan wij ons nu realiseren. En mannelijkheid in het Romeinse Rijk had een veel competitievere vorm. Jezus was met de houding die hij voorleefde ondermijnend voor dat beeld. En hij was meer dan menselijk, benadrukte Durber nogmaals. Hij trok de wildernis in en sprak met dieren. Het evangelie is, met een theologie van incarnatie, veel radicaler en inclusiever dan wij ons kunnen voorstellen.
Vele mensen in de huidige tijd zijn het gevoel voor transcendentie kwijtgeraakt. In het radicale spoor van Nicea kunnen we niet anders dan nederig en doortastend blijven vertellen over Jezus. Teksten als de Geloofsbelijdenis van Nicea zijn daarbij ook nu nog van waarde. Op momenten van crisis kan het helend zijn om terug te grijpen op zo’n oude, verbindende tekst. En in kerken waar kerkgangers geen grote rol in de liturgie hebben, is juist het gezamenlijk zeggen van de Geloofsbelijdenis een actief en collectief moment in vieringen.
Na een liturgische afsluiting bedankte Geert van Dartel drie mensen voor hun langdurige inzet voor de Raad: Jan Wessels (beraadgroep Geloof en kerkelijke gemeenschap), Anne-Marie Visser (contactgroep Islam) en Freek Bakker (contactgroep Hindoes-christenen). Hij besloot deze inspirerende middag met de wens: tot ziens bij de Nicea-viering op 14 juni in Gouda!