Ook dit jaar is Marijke van Duin weer observer (waarnemer) bij de jaarlijkse klimaattop van de Verenigde Naties als afgevaardigde van de Wereldraad van Kerken. Deze dertigste klimaattop, COP 30, wordt gehouden in Belém, Brazilië, in het Amazonewoud. Dit is haar derde verslag, halverwege de top.
Waar gaan we heen? Halverwege COP 30 in Belém zijn de meeste kwesties nog open. Bovendien staan verschillende belangrijke onderwerpen niet op de officiële agenda. Een van die onderwerpen is de transitie wég van fossiele brandstoffen. Tijdens COP 28 in Dubai is overeengekomen dat zo’n transitie moet plaatsvinden. Maar over hoe en wanneer zijn geen afspraken gemaakt. In Belém doen verschillende initiatieven en ideeën de ronde, die steeds meer steun krijgen van verschillende landen. Mogelijk wordt volgende week overeenstemming bereikt over verdere stappen. Een ander belangrijk punt is klimaatfinanciering. Vorig jaar tijdens COP 29 in Bakoe is de nieuwe doelstelling van 300 miljard dollar per 2035 vastgesteld, terwijl al duidelijk was dat dit veel te weinig zou zijn. Daarom werd een mandaat gegeven om te bepalen of de bijdragen konden worden verhoogd tot 1,3 biljoen dollar per 2035, de zogenaamde Baku to Belém Roadmap (B2B). Op COP 30 wordt momenteel druk gediscussieerd over de vraag of B2B al dan niet een agendapunt moet worden voor volgende COP’s. Of er komende week iets concreets uit deze discussie komt moet worden afgewacht.
Financiële uitdagingen
Klimaatfinanciering speelt ook een belangrijke rol bij andere agendapunten. Dit jaar zou de Global Goal on Adaptation worden afgerond. Onderdeel daarvan is een lijst met indicatoren om te bepalen in hoeverre de verschillende landen bestand zijn tegen klimaatverandering. Maar de Afrikaanse landengroep heeft tot nu toe de adoptie van deze indicatoren geblokkeerd, omdat dat geen zin heeft zolang het geld ontbreekt om de indicatoren daadwerkelijk te gebruiken en adaptatieprojecten te financieren. Financiering van adaptatie is een heet hangijzer. Er is een brede oproep om de bijdragen aan het Adaptatiefonds te verdrievoudigen tot ten minste 120 miljard dollar per 2030. En dat moet publiek geld zijn. Private investeringen in adaptatieprojecten zijn zeer schaars, zeker in ontwikkelingslanden. Het is duidelijk dat de rijke landen voor de uitdaging staan aanzienlijke bedragen aan overheidsgeld te genereren. En dat in een tijdperk van polarisatie in veel van deze landen, én hoge militaire uitgaven leidend tot begrotingstekorten. Mede daarom wordt gezocht naar mogelijkheden om zoveel mogelijk privaat geld in te zetten. Maar voor ontvangende landen is het van levensbelang dat ze niet worden geconfronteerd met een nog grotere schuldenlast dan ze al hebben. Daarom zijn schuldverlichting, schuldomzetting (voor de financiering van klimaatprojecten) en de hervorming van de internationale financiële architectuur cruciaal.
Andere evenementen
Te midden van dit alles gebeurt er nog veel meer. Zo heeft gastland Brazilië het eerste mondiale actieplan op het gebied van gezondheid en klimaat gelanceerd. Ook werd een belangrijk initiatief om desinformatie te bestrijden gepresenteerd, het Global Initiative for Information Integrity on Climate Change. Inmiddels hebben verschillende landen hun steun hiervoor uitgesproken, waaronder Nederland. De Wereldraad van Kerken en andere religieuze organisaties (co)organiseren vele side-events en persconferenties, onder meer over de ethische uitdagingen van de klimaatcrisis, en over het initiatief voor een Non-Proliferatieverdrag voor Fossiele Brandstoffen. Zo’n verdrag zou goed passen bij de energietransitie, wég van fossiele brandstoffen. Parallel aan de COP organiseert de Peoples Summit vele evenementen. Afgelopen zaterdag werd een enorme klimaatmars gehouden, met zo’n 30.000 deelnemers waaronder vele religieuze groepen en organisaties. Onderdeel van deze mars was een ‘begrafenis van fossiele brandstoffen’, met drie doodskisten voor respectievelijk kolen, olie en gas. Ook inheemse bevolkingsgroepen zijn prominent aanwezig en eisen dat er binnen en buiten de COP naar hen geluisterd wordt. De oecumenische dienst in Belém afgelopen zondag belichtte enkele van de heikele punten van de COP, en wees op de aanhoudende vernietiging van het Amazonegebied en de toenemende onderdrukking en moord op mensen die strijden voor het behoud ervan. We hebben nog een lange weg te gaan.
Marijke van Duin

